Zoals ik u eerder aangaf heeft de Raad
van State op 1 oktober j.l. het besluit van de gemeenteraad om de resultaten van het Deloitte-rapport over de
wijze waarop de fractie van Gemeentebelangen Westerveld onder de
verantwoordelijkheid van Jelle de Haas op een frauduleuze manier
gebruik maakte van de fractiekas niet aan de openbaarheid prijs te
geven door de
gehaktmolen gehaald.
In de dagen voorafgaand aan de raadsvergadering ontbraken de
documenten die zicht gaven op de inhoud van het voorstel tot het
nemen van een nieuw besluit op bezwaar als gevolg van de uitspraak
van de Raad van State. De documenten werden alsnog in de loop van de
dag van de vergadering op het internet gezet zodat ook gewone stervelingen uiteindelijk kennis konden nemen van de inhoud.
Kennelijk is er in de achterkamer
onderhandeld over de inhoud van het voorstel omdat, zoals ook in het
verleden, geen van de raadsfracties er voor voelde in het openbaar de
hand in eigen boezem te steken. Het
resultaat leest u hier: een ongemotiveerd verdagingsbesluit. Een helder signaal dat aangeeft, dat de raad ondanks het debiteren van onwaarheden ook nog een slecht verliezer is. Maar het gaat dan ook over integriteit. Altijd lastig.
Want wat opvalt is, dat
de uitspraak van de Raad van State nog dezelfde dag aan de raadsleden
bekend is gemaakt. Wat nog meer opvalt is, dat de raad geen kans
heeft gezien in de drie weken tussen de uitspraak en de
raadsvergadering tot een eensluidend besluit te komen. Let wel,
niemand voelt er voor om in het openbaar over te praten over de
instructie van de Raad van State het onderzoeksrapport openbaar te
maken zij het, dat persoonsnamen vanzelfsprekend onleesbaar dienen te
worden gemaakt. Waar in het verleden overvloedig met de zwarte
lakstift werd omgesprongen ziet men nu geen kans om in een periode
van drie weken zelfs maar een paar namen weg te lakken!
Voor zover ik kan
zien kwam gisteravond tijdens de raadsvergadering de werkelijke reden
voor de vertraging aan het licht: een discussie in de achterkamer van
de raad over “bestuurlijke integriteit”.
Na een zeer korte
schorsing voor overleg tussen twee fracties over het al dan niet
handhaven van een motie gaf de “heer” De Haas aan, dat hij vond,
dat niet alles aan de openbaarheid zou moeten worden toevertrouwd.
Hij vond voorts de setting waarop nu de schorsing plaatsvindt niet
correct. Voorts vond hij, dat beide fracties zich moesten afvragen in
hoeverre hun eigen bestuurlijke integriteit geweld
werd aangedaan. Kennelijk is op enig moment de bestuurlijke integriteit van Jelle de Haas in twijfel getrokken. Zijn verleden laat zien dat dit volkomen terecht is overigens.
Een
dergelijke opmerking is vanuit de mond van Jelle de Haas ronduit
schijnheilig en komt niet als vanzelf uit de lucht vallen. In een
voetbalwereld wordt dit natrappen genoemd.
Opmerkelijk,
omdat dit fenomeen kennelijk wel in een openbare raadsvergadering kan
geschieden en door De Haas wel als “bestuurlijk integer” wordt
beschouwd. Kennelijk ziet hij zichzelf als hoeder van een overigens
verwerpelijke bestuurlijke cultuur.
De
raadsvoorzitter liet alles maar begaan.
De
slotopmerking van de korte discussie “Daar hebben we het straks nog
wel even over” was niet van de voorzitter, maar van een raadslid
afkomstig.
De
deur van de achterkamer stond weer wagenwijd
open...........................
Wordt
vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten