StatCounter

zaterdag 14 juli 2012

De advocatuur


In mijn vorige bijdrage maakte ik gewag van de mogelijkheid dat het CDA-raadslid Geertsma een gave heeft die anderen moeten ontberen: het voorspellen van de toekomst.
Helaas moet ik u bij deze meedelen dat ik mij naar alle waarschijnlijkheid heb vergist.

Vandaag ontving ik deze mededeling van de griffie van de rechtbank in Assen.
De brief ging vergezeld van een schrijven van Benthem Gratama advocaten uit Zwolle waarin zij de rechtbank meedelen, dat in de beroepsprocedure inzake de openbaarmaking van de rapportage van Deloitte Bijzonder Onderzoek en Integriteitsadvies de heer R.S. Wertheim als gemachtigde van de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld zal optreden.
Van de inhoud van deze brief kunt u hier kennisnemen.

Bovenstaande mededeling zet de onvrede van de heer Geertsma met de hele gang van zaken en de daarbij behorende maatschappelijke kosten in een wat ander daglicht. Mogelijk heeft de heer Geertsma toch geen voorspellende gaven maar was hij ten tijde van de raadsvergadering gewoon in het bezit van voorkennis.

Ik breng u nog even een zinsnede uit mijn vorige blog in herinnering:
“”De raadsvoorzitter gaf daarop aan gaarne bereid te zijn de kosten in beeld te brengen. Hij voegde daaraan toe dat dit onverlet laat, dat “de lijn die we met elkaar gekozen hebben tot dusver de juiste is, ….. denk ik.””

Maar kennelijk heiligt het doel: de bescherming van de collega raadsleden Jelle de Haas en Inge Wiarda volgens een eerdere afspraak de noodzakelijke financiële middelen.
De ontboezeming van de heer Geertsma ten spijt: wie de raadsvoorzitter in de vorige alinea met “we” bedoelt kan normaal gesproken alleen maar betrekking hebben op hemzelf en alle raadsleden; Jelle de Haas en Inge Wiarda incluis. Tot zover de achterkamer van de gemeenteraad.

Het verweer tegen tegen het op basis van de Wet openbaarheid van bestuur aan de openbaarheid moeten prijsgeven van documenten die helderheid kunnen geven over het gemeentelijke beleid ten aanzien van het declaratiegedrag van de raadsleden Jelle de Haas en Inge Wiarda is kennelijk zo belangrijk dat daarvoor het inschakelen van de advocatuur noodzakelijk wordt geacht.
Wat moet er nu volgens u koste wat het kost onder de tafel worden gehouden?

Wordt vervolgd.

woensdag 11 juli 2012

De raadsvergadering


De raadsvergadering van gisteravond kende een interessante opening.
Bij de vaststelling van de agenda werd voorgesteld het agendapunt 4 (Besluit op bezwaar van de heer Vogelzang) omdat de voorbereiding daarvan nog niet was afgerond af te voeren en in augustus a.s. een extra raadsvergadering te beleggen.

Op de vraag of iemand hierover het woord wenste antwoordde het CDA bij monde van de heer Geertsma niet inhoudelijk op de zaak in te zullen gaan maar de hele gang van zaken meer dan zat te zijn. Naar zijn oordeel wegen de maatschappelijke kosten van één en ander niet op tegen het resultaat daarvan. Kennelijk bezit de heer Geertsma voorspellende gaven die overigens niet een ieder gegeven zijn.

De raadsvoorzitter gaf daarop aan gaarne bereid te zijn de kosten in beeld te brengen. Hij voegde daaraan toe dat dit onverlet laat, dat “de lijn die we met elkaar gekozen hebben tot dusver de juiste is, ….. denk ik.”

Ik kan de gedachtegang en de hartenkreet van de heer Geertsma van harte onderschrijven.

Kennelijk heeft ook bij hem de gedachte postgevat, dat met het verweer tegen het op basis van de Wet openbaarheid van bestuur aan de openbaarheid moeten prijsgeven van documenten die helderheid kunnen geven over het gemeentelijke beleid met betrekking tot het declaratiegedrag van de raadsleden Jelle de Haas en Inge Wiarda een wel erg grote kostenpost moet zijn geworden en dat het einde van dit proces nog lang niet in zicht is.

Hierbij merk ik op, dat in gedachten moet worden gehouden dat de heer Geertsma de voorzitter van de gemeenteraad en zijn collega-raadsleden toesprak. Kennelijk is voor het CDA de eerder gekozen beleidslijn ten aanzien van de creatief declarerende raadsleden Jelle de Haas en Inge Wiarda aan een herijking toe.

Mijn eerste verzoek aan de gemeenteraad van Westerveld een onderzoek naar het declaratiegedrag van de betrokken raadsleden in te stellen dateert van medio december 2010.
Het wordt inderdaad tijd dat de raad de integriteitsmotie die bij het vertrek van de heer Van Dalen werd aangenomen nog eens voor zich en tot zich neemt en overgaat tot handelen.
Dat nu heeft inderdaad al te lang op zich laten wachten.

Wordt vervolgd.