StatCounter

donderdag 12 februari 2015

Burgemeester Jager – een gebed zonder eind

Op 20 december 2014 gaf ik u in deze berichtenreeks mijn visie op de integriteit van de burgemeester van Westerveld. In de dagen die volgden kwam ik tot de slotsom, dat de Koning i.c. de minister van BZK een grote verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van burgemeestersbenoemingen. 
En zo geschiedde het, dat ik de Koning deze brief deed toekomen.

Doende met een bezwaarschrift tegen een besluit van burgemeester Jager op een WOB-verzoek dezerzijds bleek, dat de beschermengelen van Jelle de Haas en Inge Wiarda nog steeds boven hun hoofden zweven. Nog steeds wordt door alle betrokkenen al het mogelijke gedaan om de fraude met fractiegeld i.c. belastinggeld uit de openbaarheid te houden. Arrogant, dom en vooral hardleers.

Zelfs door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen worden met voeten getreden om toch maar vooral het volledige Deloitte-rapport uit de openbaarheid te houden. Dit blijkt uit het volgende.

In de raadsvergadering van 16 december 2014 besloot de gemeenteraad van Westerveld conform dit voorstel. Ik wijs u hierbij speciaal op punt 8. van het raadsvoorstel waarbij de concept-beschikking en de bijlagen alleen voor raadsleden ter inzage zijn gelegd.

Conform artikel 2 lid c is de voorzitter i.c. burgemeester Jager belast met de naleving van het reglement van orde. Artikel 13 lid 1 schrijft voor, dat raadsstukken voor een ieder ter inzage dienen te worden gelegd.
Door de ter inzage legging te beperken tot raadsleden is aan dit voorschrift van de raad niet voldaan. Daarnaast schrijft artikel 14 lid 3 voor, dat de voorlopige agenda en de bijbehorende stukken op de website van de gemeente dienen te worden geplaatst. Ook aan dit voorschrift is niet voldaan. Burgers en de media zijn derhalve tot op de dag in het ongewisse gebleven over hetgeen feitelijk is besloten. Kennelijk was dat ook de bedoeling.

De verantwoordelijkheid daarvoor ligt ook hiervoor bij de burgemeester, die al het mogelijke heeft gedaan en nog steeds doet het foute gedrag van de raadsleden en de ambtelijke staf uit de openbaarheid te houden.

Voorts is geenszins aannemelijk dat de burgemeester, de raadsgriffier, het presidium en de overige raadsleden niet hebben geweten van de overtreding van voornoemde regels van een reglement dat zij nog geen jaar geleden op 16 juli 2014 vaststelden.

Ik acht ook – gelet op artikel 2 lid 2c van het Reglement van orde – de burgemeester hiervoor primair verantwoordelijk . Kennelijk is het fenomeen “damagecontrol” nog steeds aan de orde.

De burgemeester heeft opnieuw en recentelijk aangetoond dat hij door meerdere belangen te dienen slechts als beschermer van foute raadsleden optreedt in plaats van een door de Kroon benoemde ambtsdrager te handelen en daarbij de nodige afstand tot de lokale politiek te bewaren.

Wordt vervolgd.