StatCounter

donderdag 10 maart 2011

Wob-verzoek

Op 15 januari besloot ik naast de declaraties van de fractie van Gemeentebelangen over 2009 op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ook afschriften van de fractiedeclaraties over 2010 op te vragen. Het verzoek was gericht aan het college van B&W van Westerveld.
Ondanks het gegeven dat het college mij de afschriften over 2009 wel deed toekomen verklaarde het bestuursorgaan in dit geval, dat dit Wob-verzoek aan het verkeerde adres was gericht en stuurde het verzoek door naar het naar hun oordeel wel bevoegde bestuursorgaan: de gemeenteraad. Overigens is het nog maar de vraag of dit  juridisch werkelijk stand houdt.
De gemeenteraad had daarmee kennelijk ook de nodige problemen en mandateerde op haar beurt de voorzitter van de raad tot afdoening van het verzoek.

Op 10 maart 2010 ontving ik een brief van de voorzitter van de gemeenteraad, waarin mijn verzoek wordt afgewezen.

Als eerste motief daartoe wordt aangevoerd, dat ik geen belang bij de afschriften heb.
Dit is een uiterst curieuze opvatting, omdat de afdeling van Bestuursrechtspraak van de Raad van State nadrukkelijk heeft uitgesproken,dat voor openbaarmaking van documenten bij een eventuele belangenafweging de oogmerken van de verzoeker niet van belang zijn.
Het recht op openbaarmaking ingevolge de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt.
Zo kan bijvoorbeeld ieder journalist(e) een beroep doen op bestuurlijke informatie, terwijl hij of zij daarbij geen enkel (persoonlijk) belang heeft. U herinnert zich ongetwijfeld de “Peper-bonnetjes”.

Ook de tweede weigeringsgrond is irrelevant omdat deze niet is gestoeld op artikel 10 van de Wet Wob.
“De controle is nog niet uitgevoerd.............“ en “... het presidium heeft de betalingen nog niet vastgesteld...”.
Hieruit begrijp ik dat de controle op de fractiedeclaraties ruim achteraf (door wie eigenlijk?) plaatsvindt en dat een fractievoorzitter in Westerveld iets van de declaraties van zijn of haar collega moet vinden. Een soort presidium-kascommissie dus. Naast dit doorkijkje in de bedrijfsvoering is ook dit motief zoals eerder gezegd juridisch volstrekt irrelevant.

Vanzelfsprekend zal ik tegen dit namens de gemeenteraad genomen bestuursbesluit waarin een burger bestuurlijke informatie wordt geweigerd bezwaar en zonodig beroep aantekenen.

Blijft evenwel de vraag, waarom mogelijk tegen beter weten in voor deze gang van zaken is gekozen.

Wordt vervolgd.