StatCounter

woensdag 17 december 2014

Openbaar bestuur in Westerveld

Na het vonnis van de Raad van State van 1 oktober j.l. zag de gemeenteraad van Westerveld na 10 weken bedenktijd uiteindelijk toch nog kans een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De manier waarop dit gebeurde is een lichtend voorbeeld voor het openbaar bestuur in ons land.
Het raadsvoorstel kunt u hier lezen.

Daaruit blijkt, dat het voorstel niet de reguliere voorbereiding ten deel is gevallen.
Het is een voorstel van het presidium dat niet zoals bij andere raadsvoorstellen te doen gebruikelijk in een openbare raadscommissie is besproken.
Het is dus in de beslotenheid van het beraad van fractievoorzitters (het presidium) tot stand gekomen. Ouwe jongens (inclusief Jelle de Haas) onder elkaar want ons kent ons nietwaar?

Daarbij komt, dat het raadsbesluit tot nu toe ook niet openbaar is:

De raad besluit conform de ter inzage gelegde concept-beschikking, inclusief de daarbij behorende bijlagen.......”

Het hoe en waarom om het besluit voor gewone stervelingen niet leesbaar te maken is te lezen onder 5. Kanttekeningen van het raadsvoorstel:
De concept-beschikking en de daarbij behorende bijlage worden alleen voor raadsleden ter inzage
gelegd. Dit om te voorkomen dat informatie die de gemeenteraad – in afwijking van het voorstel – toch geheim zou willen houden, toch openbaar wordt.”
Dat de gemeenteraad ondanks een vonnis van de Raad van State toch nog steeds geen boodschap heeft aan artikel 25 van de Gemeentewet past naadloos in het integere besloten karakter van het presidium.

En als ik dan het beslispunt nader beschouw kan ik tot geen andere slotsom komen dat de raad heeft besloten tot vaststelling van een beschikking die inhoudelijk niet openbaar is.

De Raad van State overwoog in zijn vonnis bij 8.3. en 9. het volgende:

8.3. Na met toepassing van artikel 8:29 van de Awb kennis te hebben genomen van de niet openbaar gemaakte passages van het rapport, stelt de Afdeling vast dat de desbetreffende passages geen opvattingen, voorstellen, aanbevelingen of conclusies bevatten als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f, van de Wob. Ze bevatten feitelijke beschrijvingen waarin geen persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen. In weerwil van het standpunt van de raad, bestaat geen grond voor het oordeel dat deze feitelijke beschrijvingen zodanig met de eveneens in het rapport opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen zijn verweven dat deze niet van elkaar zijn te scheiden. Artikel 11, eerste lid, van de Wob staat dan ook niet aan openbaarmaking van deze
passages in de weg. De raad heeft dit niet onderkend.

9.
Voor zover de raad zich op het standpunt heeft gesteld dat artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob, aan openbaarmaking van de desbetreffende passages in de weg staat, overweegt de Afdeling dat er een aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat in die passages feiten staan waarvoor geldt dat, indien ze openbaar zouden worden gemaakt, bij de betreffende aangelegenheid betrokken natuurlijke personen onevenredig zouden worden benadeeld.

In gewoon Nederlands: in het rapport staan dus alleen feiten en er wordt niemand door het rapport benadeeld. Waarom dan die geheimzinnigheid? Zou er dan toch................................

Conclusie: er is dezerzijds opnieuw een WOB-verzoek noodzakelijk om het concept-besluit en de bijlagen in de openbaarheid te brengen. Het zij zo.

Wordt vervolgd.


Geen opmerkingen: