De hoorzitting gisteravond waarover ik
u eerder berichtte bleek grotendeels een herhaling van zetten. Nieuw
was, dat de gemeenteraad mij in het verweerschrift enigszins tegemoet
kwam en vervolgens uitsprak dat mijn bezwaar volgens haar ongegrond
was.
Een merkwaardige gang van zaken. Een
bestuursorgaan weigert aan een WOB-verzoek te voldoen waartegen een burger vervolgens
bezwaar maakt. Het bestuursorgaan komt
vervolgens de burger een heel klein beetje tegemoet en zegt
daarna tegen diezelfde burger dat zijn bezwaar nergens op slaat. En dat het primaire besluit dus gewoon in stand blijft.
Een zware defensieve strategie om toch
maar vooral de raadsleden De Haas en Wiarda uit de wind te houden. Eigenbelang eerst nietwaar? En
vervolgens gaan dezelfde raadsleden tijdens de komende
verkiezingsstrijd de boer op om de afstand tussen burger en bestuur
te slechten. Gelooft u dat nog? Ik wacht het besluit op bezwaar maar weer af en zie dan wel verder.
Edoch, maar daarom werd er niet
getreurd het hemd werd flink hoog opgebeurd en duchtig rond
gesprongen. En dus nog het volgende:
Op 10 september 2013 richtte ik een
verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur tot de
gemeenteraad van de gemeente Westerveld. De raad nam op die avond
opnieuw een besluit over de openbaarmaking van het Deloitterapport
met betrekking tot de graaierij van de raadsleden De Haas en Wiarda uit de fractiepot.
Alleen: het raadsvoorstel was niet openbaar. Tijdens de
raadsvergadering deelde voorzitter mee dat het terinzage had gelegen.
Dat wist overigens bijna niemand want deze omstandigheid was niet publiekelijk
gecommuniceerd. De website vermeldde destijds dat het voorstel zou worden nagezonden.
En dus lag het voor de hand een
WOB-verzoek in te dienen om het raadsvoorstel/- besluit wel openbaar
te maken. Aldus geschiedde. Ik ontving van mijn verzoek keurig een
ontvangstbewijs.
Toen zelfs na geruime tijd op het
verzoek geen beslissing was genomen stelde ik de gemeenteraad raad op
28 oktober 2013 in gebreke. Maar ook nadien bleef een reactie van de
raad uit.
Op 20 december 2013 heb ik de
gemeenteraad volledigheidshalve in kennis gesteld van de
ingebrekestelling en de raad verzocht alsnog een besluit te nemen en
mij de inmiddels wettelijk toekomende dwangsom te doen toekomen. Ook
nu nog is hierop geen enkele reactie ontvangen.
Ik sluit inmiddels niet meer uit dat er een besluit is genomen over een niet-bestaand raadsvoorstel. De wonderen zijn in bestuurlijk Westerveld echt de wereld nog niet uit.
En vandaag was de maat vol.
Ik heb zojuist de bestuursrechter
gevraagd zich over de zaak te buigen. Kennelijk is dat de enige
manier om over een raadsvoorstel dat op 10 september vorig jaar tot raadsbesluit werd bevorderd in het daglicht te brengen.
Wordt vervolgd.