StatCounter

zaterdag 20 december 2014

De integriteit van burgemeester Jager

Na veel gedoe is uiteindelijk de rapportage van Deloitte over het graaigedrag van de fractievoorzitter van Gemeentebelangen en zijn vriendinnetje Inge Wiarda boven water gekomen.

De inhoud van het hoofdstuk met de bevindingen van de onderzoekers geeft een onthutsend beeld van de manier waarop met de werkelijkheid is omgegaan.
De verantwoordelijkheid daarvoor lag vanaf het begin bij burgemeester Jager, die al het mogelijke heeft gedaan het foute gedrag van de raadsleden Jelle de Haas, (destijds) Inge Wiarda en de ambtelijke staf uit de openbaarheid te houden. Ik acht hem daarvoor – en niemand anders – als regisseur van de gang van zaken verantwoordelijk.

Dat burgemeester Jager de regisseur van het onderzoek is geweest staat gelet op de inhoud van de gewisselde E-mailberichten buiten kijf. Hij gaf de opdracht en accordeerde de inhoud van het onderzoek. Hij trachtte direct na de levering van de rapportage de inhoud zoveel als mogelijk geheim te houden.
Hij gaf er de voorkeur aan de “schade” zoveel mogelijk te beperken door de weg via de bezwarencommissie en de rechtbank naar de Raad van State te kiezen.
Onder zijn verantwoordelijkheid werden tot aan de Raad van State drogredenen aangevoerd om de rapportage toch maar zoveel mogelijk aan de openbaarheid te onttrekken. Onterecht zoals de Raad van State onlangs oordeelde.

Daarbij komt, dat Deloitte op basis van de ingediende declaraties slechts vraaggesprekken met betrokkenen voerde en een analyse leverde. Deloitte gaf geen inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de uitgaven. Vervolgens presenteerde burgemeester slechts een selectief gedeelte van de analyse en gaf daarmee de indruk dat er eigenlijk niets aan de hand was geweest en liet het oordeel over het al dan niet terugbetalen van het onjuist gedeclareerde aan de gemeenteraad zelf over. Die deed er vervolgens niets mee. Aldus werd getracht de deksel op de doofpot te houden. 
En dat mocht meer dan een ton kosten......................

Wat burgemeester Jager niet in de openbaarheid bracht is het gegeven, dat Jelle de Haas en Inge Wiarda op grote schaal aan belangenverstrengeling hadden gedaan.
Zo verklaarden beiden, dat Gemeentebelangen in 2009 een Strategische visie 2030 (!) het licht deed zien, dat deze boekjes in eigen beheer zijn vervaardigd en dat een groot deel van de fractiekosten 2009 ( totaal € 5914) hieraan zijn besteed. Ook bracht Gemeentebelangen een periodiek uit. Eveneens op kosten van het fractiebudget. Wiarda declareerde kilometers voor “dienstreizen” terwijl deze alleen declarabel waren als deze “in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur“ waren gemaakt. Uit de declaraties blijkt helder dat dit niet het geval was. De maandelijkse toelage van Wiarda voor het onderhouden van de website was een “vergissing” van een ambtenaar die dacht dat Inge Wiarda een fractiemedewerker was terwijl ze al jaren een raadszetel bezette.

De benoeming van een burgemeester door de Kroon wordt in het algemeen als waarborg gezien voor onafhankelijkheid, onpartijdigheid en afstandelijkheid. Een burgemeester zou “boven de partijen” moeten staan. Burgemeester Jager heeft de gedragscode integriteit voor bestuurders van de gemeente Westerveld naar mijn oordeel met voeten getreden. Integer handelen is een hoofdvoorwaarde voor het op een geloofwaardige en vertrouwenwekkende wijze functioneren als burgemeester van een gemeente.

Burgemeester Jager heeft aangetoond dat er ook hij belangen verstrengelde door slechts als beschermer van foute raadsleden op te treden in plaats van als burgemeester te handelen. 

Wordt vervolgd. 

woensdag 17 december 2014

Openbaar bestuur in Westerveld

Na het vonnis van de Raad van State van 1 oktober j.l. zag de gemeenteraad van Westerveld na 10 weken bedenktijd uiteindelijk toch nog kans een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De manier waarop dit gebeurde is een lichtend voorbeeld voor het openbaar bestuur in ons land.
Het raadsvoorstel kunt u hier lezen.

Daaruit blijkt, dat het voorstel niet de reguliere voorbereiding ten deel is gevallen.
Het is een voorstel van het presidium dat niet zoals bij andere raadsvoorstellen te doen gebruikelijk in een openbare raadscommissie is besproken.
Het is dus in de beslotenheid van het beraad van fractievoorzitters (het presidium) tot stand gekomen. Ouwe jongens (inclusief Jelle de Haas) onder elkaar want ons kent ons nietwaar?

Daarbij komt, dat het raadsbesluit tot nu toe ook niet openbaar is:

De raad besluit conform de ter inzage gelegde concept-beschikking, inclusief de daarbij behorende bijlagen.......”

Het hoe en waarom om het besluit voor gewone stervelingen niet leesbaar te maken is te lezen onder 5. Kanttekeningen van het raadsvoorstel:
De concept-beschikking en de daarbij behorende bijlage worden alleen voor raadsleden ter inzage
gelegd. Dit om te voorkomen dat informatie die de gemeenteraad – in afwijking van het voorstel – toch geheim zou willen houden, toch openbaar wordt.”
Dat de gemeenteraad ondanks een vonnis van de Raad van State toch nog steeds geen boodschap heeft aan artikel 25 van de Gemeentewet past naadloos in het integere besloten karakter van het presidium.

En als ik dan het beslispunt nader beschouw kan ik tot geen andere slotsom komen dat de raad heeft besloten tot vaststelling van een beschikking die inhoudelijk niet openbaar is.

De Raad van State overwoog in zijn vonnis bij 8.3. en 9. het volgende:

8.3. Na met toepassing van artikel 8:29 van de Awb kennis te hebben genomen van de niet openbaar gemaakte passages van het rapport, stelt de Afdeling vast dat de desbetreffende passages geen opvattingen, voorstellen, aanbevelingen of conclusies bevatten als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f, van de Wob. Ze bevatten feitelijke beschrijvingen waarin geen persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen. In weerwil van het standpunt van de raad, bestaat geen grond voor het oordeel dat deze feitelijke beschrijvingen zodanig met de eveneens in het rapport opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen zijn verweven dat deze niet van elkaar zijn te scheiden. Artikel 11, eerste lid, van de Wob staat dan ook niet aan openbaarmaking van deze
passages in de weg. De raad heeft dit niet onderkend.

9.
Voor zover de raad zich op het standpunt heeft gesteld dat artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob, aan openbaarmaking van de desbetreffende passages in de weg staat, overweegt de Afdeling dat er een aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat in die passages feiten staan waarvoor geldt dat, indien ze openbaar zouden worden gemaakt, bij de betreffende aangelegenheid betrokken natuurlijke personen onevenredig zouden worden benadeeld.

In gewoon Nederlands: in het rapport staan dus alleen feiten en er wordt niemand door het rapport benadeeld. Waarom dan die geheimzinnigheid? Zou er dan toch................................

Conclusie: er is dezerzijds opnieuw een WOB-verzoek noodzakelijk om het concept-besluit en de bijlagen in de openbaarheid te brengen. Het zij zo.

Wordt vervolgd.