Op 28 januari 2013 deed ik de
gemeenteraad dit klaagschrift toekomen.
De afdoening heeft
zoals u ziet geruime tijd gevergd. Zo moest ik uit een brief van de Nationale Ombudsman vernemen dat mijn klaagschrift niet was ingeboekt
en dus niet door de raad was behandeld. Inmiddels heeft de bestuursrechter echter uitspraak gedaan en de gemeenteraad in het ongelijk gesteld.
Bij brief van 30 mei 2013 ontving ik
uiteindelijk dit besluit van de gemeenteraad van Westerveld. Omdat voor zover mij bekend het
klaagschrift niet op een raadsagenda was gezet en verder ook niet in
het openbaar of in een besloten zitting was behandeld verzocht ik de
gemeenteraad mij een rechtsgeldig afschrift van dit besluit te doen
toekomen.
Vorige week ontving ik deze brief
namens de gemeenteraad.
Hoewel ik heb verzocht om een
rechtsgeldig afschrift van het raadsbesluit waarin werd geweigerd
mijn klacht in behandeling te nemen is mij thans voor zover ik kan zien
slechts een beschrijving van de procedure verstrekt.
De conclusie moet dus feitelijk luiden
dat er geen rechtsgeldig raadsbesluit bestaat.
De brief geeft evenwel een doorkijkje
hoe er met de rechten van burgers wordt omgegaan en de Gemeentewet
als “niet relevant” terzijde wordt gelegd.
De wetgever heeft de keuze een raadsvergadering om bijeen te roepen gelegd bij òf de burgemeester òf bij een gezelschap ter grootte van éénvijfde van het aantal raadsleden.
De burgemeester echter liet aan de raad over “als u zich niet in het concept kunt vinden” al dan geen raadsvergadering bijeen te roepen en onttrok zich daarmee aan de eigen verantwoordelijkheid conform art. 17:2 van de Gemeentewet.
Het was derhalve de burgemeester zelf die verantwoordelijk is voor het besluit de leden van de raad niet (schriftelijk) bijeen te roepen. De raadsleden zijn dus niet bij elkaar geweest om in het openbaar te vergaderen zoals de wet voorschrijft. Van een besloten vergadering was ook geen sprake want daartoe moet een raadsmeerderheid eerst besluiten. En dus is kennelijk “de digitale achterkamerprocedure” opgetuigd.
De burgemeester echter liet aan de raad over “als u zich niet in het concept kunt vinden” al dan geen raadsvergadering bijeen te roepen en onttrok zich daarmee aan de eigen verantwoordelijkheid conform art. 17:2 van de Gemeentewet.
Het was derhalve de burgemeester zelf die verantwoordelijk is voor het besluit de leden van de raad niet (schriftelijk) bijeen te roepen. De raadsleden zijn dus niet bij elkaar geweest om in het openbaar te vergaderen zoals de wet voorschrijft. Van een besloten vergadering was ook geen sprake want daartoe moet een raadsmeerderheid eerst besluiten. En dus is kennelijk “de digitale achterkamerprocedure” opgetuigd.
Van een
(openbare) stemming conform deze wet is derhalve geen sprake geweest; van openbaar
bestuur is in het geheel geen sprake. Als er geen WOB-verzoek zou
zijn ingediend was het "besluit" geruisloos in het niet verdwenen. In
casu is er dus geenzins sprake van een rechtsgeldig raadsbesluit sterker nog: er is sprake van een kluitje in het riet.
Tenslotte schrijft de Gemeentewet voor,
dat stukken die van de raad uitgaan door de burgemeester worden
ondertekend en door de griffier mede worden ondertekend. Dit
“besluit” is alleen door de voorzitter van de raad ondertekend.
De burgemeester van Westerveld is getuige de inhoud van deze brief hierop al eens eerder gewezen. Het besluit van
29 augustus 2013 kenmerk 13/12446 is dus mogelijk
niet meer dan een berichtje over de
procedure die is gevolgd. Desondanks geeft
de voorzitter van de raad aan dat het
berichtje
open staat voor bezwaar en beroep. We
zullen het zien.
Wordt vervolgt.