StatCounter

dinsdag 31 mei 2011

Meineed

In een vorige bijdrage gaf ik u informatie over de zuiveringseed die ieder aankomend gemeenteraadslid dient af te leggen alvorens hij of zij hun ambt kan uitoefenen.

Omdat ik van oordeel ben dat de raadsleden De Haas en Wiarda deze zuiveringseed door het plegen van fraude aantoonbaar hebben geschonden stuurde ik op 23 mei 2011 deze brief  naar de voorzitter van de gemeenteraad van onze gemeente.

Het antwoord kunt u hier lezen.
De inhoud komt er feitelijk op neer, dat ik mij aan het verkeerde loket heb gemeld.
In een bestuurlijk kader kan een schending van de eed/belofte, die een gemeenteraadslid bij zijn of haar aantreden aflegt, kennelijk niet worden gesanctioneerd.

Anderszins kan het ook niet zo zijn dat artikel 14 van de Gemeentewet een artikel is waarop bij overtreding geen sanctie staat. In dat geval zou de eed/belofte een inhoudsloos gebaar zijn en het afleggen van de eed/belofte slechts een ceremoniële aangelegenheid.

Om deze reden meen ik dat er sprake is van meineed. De wet zegt hierover: "Hij die in de gevallen waarin een wettelijk voorschrift eene verklaring onder eede vordert of daaraan rechtsgevolgen verbindt, mondeling of schriftelijk, persoonlijk of door een bijzonder daartoe gemachtigde, opzettelijk eene valsche verklaring onder eede aflegt, wordt gestraft...."

Als het bestuurlijke loket in deze kwestie het verkeerde loket is moet ik kennelijk ergens anders zijn: het loket van het Openbaar Ministerie.

Wordt vervolgd.