- “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
“Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
“Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen.”
Ook fractievoorzitter De Haas en raadslid Wiarda legden op 11 maart 2010 ten overstaan van de voorzitter van de gemeenteraad mevrouw T. Slagman-Bootsma, de overige adspirant-raadsleden en een volle publieke tribune deze verklaring af.
Beiden waren tevoren van de tekst op de hoogte gesteld. Ze wisten dus welke verklaring van hen werd verlangd en legden deze verklaring ook daadwerkelijk af.
Uit de declaraties van ten laste van het fractiebudget 2009 blijkt, dat onder hun verantwoordelijkheid in één kwartaal een bedrag van meer dan € 900,- bureaukosten (hoofdzakelijk printerinkt!) van de kiesvereniging Gemeentebelangen ten laste werden gebracht van het fractiebudget i.c. de belastingbetaler. Daaruit blijkt ook, dat de webhosting van de GB-verenigingswebsite uit de fractiekas werd betaald.
De verklaring van De Haas en Wiarda, dat zij rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst aan derden hebben gegeven is dus een verklaring die niet strookt met de werkelijkheid.
Daarnaast lapte mevrouw Wiarda de zuiveringseed aan haar laars door artikel 99 van de Gemeentewet te overtreden en zichzelf als fractielid een vergoeding wegens administratiekosten website van de kiesvereniging Gemeentebelangen - eveneens ten laste van de fractiekas - toe te eigenen. Ook hierdoor is de verklaring die op 11 maart 2010 werd afgelegd om tot raadslid te kunnen worden benoemd in strijd met de feiten.
Als een raadslid willens en wetens bij het afleggen van de zuiveringseed de waarheid niet spreekt ontvalt daarmee één van de vereisten van de benoeming tot raadslid en dient de benoeming ongedaan te worden gemaakt.
Wordt vervolgd.