StatCounter

vrijdag 24 juli 2015

De Raad van State

Gisteren ontving ik de mededeling van de Raad van State dat uitspraak is gedaan in mijn hoger beroep tegen de gemeenteraad in de kwestie van het openbaar maken van de fraude-rapportage van Deloitte door het gemeenteraadslid Jelle de Haas en het ex-raadslid Inge Wiarda. Daarbij werd tevens aangegeven dat de procedure daarmee is beëindigd.

Van de uitspraak kunt u hier kennisnemen en aldus is recht gedaan.

De kwestie werd op 10 december 2011 aanhangig gemaakt met het verzoek de bevindingen van Deloitte Bijzonder Opsporingsonderzoek en Integriteitsadvies naar de graaierij van De Haas c.s. in het fractiebudget van Gemeentebelangen openbaar te maken.

Het heeft tijd en moeite gekost om het openbaar maken van de resultaten van het onderzoek te bewerkstelligen. Om niet te spreken van de directe en indirecte kosten die de procedure tot nu toe met zich mee heeft gebracht.
Eén van de reacties op mij berichtjes was van iemand die stelde, dat “uw onderzoek nu ongeveer meer kost dan alle subsidie voor de sport en evenveel als alle extra's voor mensen uit de bijstand.” En mogelijk heeft de schrijver daarin gelijk. Nog een gratis advies: vraag ook eens naar de kosten die in het dossier Jissink zijn en nog steeds worden gemaakt. U zult er versteld van staan.

Het voorgaande kan mij echter niet worden aangerekend omdat er voor de burgers van dit land een wettelijk recht bestaat – de Wet openbaarheid van bestuur – op de verstrekking van bestuurlijke documenten.
De voortdurende weigering van de gemeenteraad de Deloitte-rapportage volledig openbaar te maken heeft er voor gezorgd dat de kosten torenhoog zijn opgelopen.
Ware het rapport in 2011 in de openbaarheid gebracht zouden de kosten te verwaarlozen zijn geweest. Het is dus het gevoerde beleid van de raad i.c. de bescherming van de fraudeurs die voor de extra kosten heeft gezorgd. Zelfs een rapportage van de Nationale Ombudsman heeft daarin geen verandering kunnen brengen.

En er komt nog geen einde aan.
Onder punt 5 van de uitspraak van de Raad van State kunt u lezen dat de raad opdracht kreeg de hoofdstukken 5 en 6 van het rapport openbaar te maken. En dat is correct gebeurd.
De raad kreeg geen opdracht ook de blz. 22 – een bijlage met de wederhoorrapportage – openbaar te maken. En dus was mijn beroep ongegrond.

Er zit dus weinig anders op dan opnieuw een WOB-verzoek te doen om ook het laatste stukje van de Deloitte-rapportage in de openbaarheid te kunnen brengen.
En analoog naar het verleden zullen opnieuw de bezwarencommissie, de gemeenteraad, de rechtbank en de Raad van State hun licht over mijn verzoek ook de laatste bladzijde van het Deloitte-rapport openbaar te maken zullen moeten laten schijnen.

Dat deze gang van zaken volstrekt contraproductief is behoeft geen uitleg.
Dat deze gang van zaken opnieuw directe en indirecte kosten met zich meebrengt ook niet.

Wordt vervolgd.