In
de eerste plaats wens ik alle trouwe lezers van mijn berichtjes over
het openbaar bestuur in Westerveld een voorspoedig, gelukkig en
vooral gezond nieuw jaar toe.
Wat
mij vooral plezier doet is, dat het blog zich in een bijzondere
belangstelling verheugt: sinds ik een tellertje op de website
plaatste zijn er meer dan 17.000 personen geweest die de gang van
zaken rond de proletarisch winkelen uit het fractiebudget van het
raadslid van Gemeentebelangen Westerveld Jelle de Haas en Inge Wiarda
hebben gevolgd.
De
manier waarop de gemeenteraad van Westerveld daarmee omgaat wordt
thans zelfs – overigens met minder succes – in Keulen gebruikt. Gewoon fouten onder de pet houden al heeft het in die stad de
betrokken functionaris zijn pet gekost.
Ook
hier kennen we de laatste jaren een merkwaardig fenomeen: iedereen
die uit de ruif van het openbaar bestuur snoept lijkt lid te zijn van
een soort broeder- en zustergemeenschap waarbij die zaken vooral niet bij
hun naam wenst te noemen, zaken onder een stortvloed van woorden
verbloemt, zaken manipuleert, zaken doelbewust verzwijgt of niet
publiceert en men elkaar op die manier de hand boven het hoofd houdt.
En zonder openheid van zaken te geven burgers als tweederangs burgers beschouwd. Het
voorgaande heeft geleid tot de kritische beschouwingen over “ons”
openbaar bestuur in deze berichtenstroom. Ik ben Gemeentebelangen
Westerveld en Jelle de Haas erkentelijk voor de geboden gelegenheid.
In
mijn laatste twee bijdragen heb ik u deelgenoot gemaakt van de
manipulatie van de gemeenteraad rond de eigen declaraties van de raadsleden
die ertoe leidden, dat deze declaraties geheim konden blijven:
openbaar bestuur in optima forma.
Om
die reden stuurde ik onlangs deze brief naar de gemeenteraad
om ervoor te zorgen dat op termijn de afschriften van de declaraties
toch beschikbaar zijn.
Ondanks
het feit dat de brief gericht was aan de gemeenteraad ontving ik
antwoord van het college van B&W. Hiermee worden dus de
regels van de Algemene wet bestuursrecht met voeten getreden: als men
een brief richt tot een bestuursorgaan moet dat bestuursorgaan ook
zelf antwoorden. Daarbij komt, dat de eerder aangehaalde brief
helemaal geen WOB-verzoek bevat.
Uit
de kopregels blijkt helder, dat het om een aanvraag gaat.
Ik
heb de betrokken mandataris van het college gebeld met de vraag hoe
de vork in de steel zit. Antwoord: dat doen wij altijd zo...........
En
of ik tegen dit mandaatbesluit bezwaar kon aantekenen. Nee, want het
was geen besluit.
Dat
is natuurlijk pure onzin want er werd wel degelijk besloten dat
wanneer ik geen schriftelijk verzoek met een postzegeltje zou doen
mijn “WOB-verzoek” zou worden afgewezen. Ik
kreeg het gevoel opnieuw het bos in te worden gestuurd.
Overigens
besloot de mandataris na een indringend gesprek mijn aanvraag alsnog
naar de gemeenteraad door te sturen. Ik ben benieuwd...............
Wordt
vervolgd.