StatCounter

woensdag 11 december 2013

Een kijkje in de achterkamer van de gemeenteraad

Omdat de gang van zaken mij destijds niet kon bekoren stuurde ik op 28 januari 2013 dit klaagschrift naar de gemeenteraad.

Na enig geduld te hebben betracht ontving ik begin juni 2013 het bericht, dat de raad had besloten mijn klacht niet in behandeling te nemen. U kunt er hier kennis van nemen.
Omdat voor zover ik kon zien mijn klacht op geen enkele raadsagenda was terechtgenomen besloot ik de gemeenteraad dit WOB-verzoek te doen toekomen.

Bij brief van 29 augustus 2013 ontving ik het besluit op het WOB-verzoek.

Het geeft een onthutsend beeld van de politieke besluitvorming in onze gemeente:
de raadsgriffier schrijft een concept-brief en vraagt de raadsleden hierop te reageren want “anders moet de voorzitter een (spoed)vergadering uitschrijven”.
Kortom: het “raadsbesluit” werd niet via het reguliere protocol in het openbaar gekomen maar gewoon in de niet-openbare achterkamer via briefjes.

En toen ik de procedure onder de loupe nam dacht ik onwillekeurig: hoeveel raadsbesluiten zijn er op deze manier nog meer tot stand gekomen? Buiten medeweten van betrokkenen en de burgerij om? Eén ding is zeker: van openbaar bestuur is in Westerveld slechts ten dele sprake.

En dus was het indienen van een bezwaarschrift een voor de hand liggend besluit.

Hierbij doe ik u het verweerschrift van de raad toekomen.
Vooral de tweede alinea op de tweede bladzijde zegt alles: het is een beschrijving en niet meer dan dat. Het raadsbesluit is niet. De achterliggende correspondentie is er wel en geeft een verrassend doorkijkje in de achterkamer van de raad. Aardig is ook, dat in het verweerschrift meermalen wordt gesproken van een “beschikbaar” document. Het gevraagde raadsbesluit behoort daartoe kennelijk niet.

Tenslotte deed de heer Donner de raadsvoorzitter deze brief toekomen.
De stelling van de voorzitter van de gemeenteraad, dat de mandaatverlening door de raad tot het afdoening van WOB-verzoeken met zich meebrengt dat de Gemeentewet – ondanks een aanwijzing van de minister van BZK – niet behoeft te worden gevolgd is het waard aan de bestuursrechter te worden voorgelegd.

Wordt vervolgd.