Ik kom nog even terug op mijn bericht
op dit blog van 4 oktober j.l. dat als titel droeg:
“Een brevet van onvermogen...”
Dat de toekenning van het brevet terecht was blijkt uit het volgende:
Uit een bericht van de Raad van State en de gronden voor het hoger beroep bleek
duidelijk, dat het de gemeenteraad van Westerveld was die hoger beroep
aantekende tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland teneinde
de inhoud van het onderzoeksrapport van Deloitte inzake de
zakkenvullerij van de raadsleden Jelle de Haas en Inge Wiarda niet
geheel openbaar behoeven te maken.
Omdat ik geen (openbaar en dus
rechtsgeldig) besluit op de agenda van de raad had aangetroffen dat
tot het instellen van hoger beroep had besloten deed ik de raad dit WOB-verzoek toekomen.
Toen de wettelijke
besluitvormingstermijn was verstreken stelde ik de raad in gebreke om
althans enig zicht op een spoedig antwoord te krijgen en desnoods de kwestie
rechtstreeks bij de bestuursrechter te kunnen aankaarten.
Onlangs bereikte mij dit antwoord: het
betreffende raadsbesluit bestaat domweg niet!
En dat zegt iets over de bestuurlijke kwaliteit in Westerveld...........................
Het hoger beroep werd door de advocaat namens de raad op de dag vóór
het verlopen van de beroepstermijn ingediend.
De besluitenlijst van het college
van B&W van 17 september 2013 laat zien dat de raad feitelijk
onbevoegd was hoger beroep in te stellen. Deze brief bevestigt
dat.
Door het niet geheel openbaar maken van
het onderzoeksrapport naar de handel en wandel van de raadsleden
Jelle de Haas en Inge Wiarda in relatie tot het fractiebudget en de
handel en wandel van de daarbij bestuurlijk verantwoordelijke wekt in
ieder geval de schijn van belangenverstrengeling.
Het wordt tijd dat ook daarnaar
onafhankelijk onderzoek plaatsvindt.
In "zelfreinigend vermogen" heb ik het vertrouwen al lang geleden verloren.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten