StatCounter

zondag 10 april 2011

Zakdoekje leggen ...........................

De Code goed openbaar bestuur is ontwikkeld om de professionaliteit en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur in Nederland te vergroten. Deze code beschrijft de manier waarop een overheidsbestuur hoort te werken. Zo weten burgers wat zij van de overheid kunnen verwachten. Het bestuur is volgens de code open, integer en neemt alleen beslissingen en maatregelen waartoe het bevoegd is.

Medio december 2010 had ik een gesprek met de burgemeester van Westerveld over het feit, dat na twee maanden geduldig zijn er geen enkele vooruitgang was geboekt op mijn verzoek te besluiten aangifte te doen van de declaratiefaude door de raadsleden De Haas en Wiarda.
Eén van de mededelingen die ik destijds kreeg was, dat het dossier daarover naar Deloitte was gestuurd om over de kwestie nader onderzoek te doen en daarover te rapporteren.

Na nog eens 3½ maand kreeg de gemeenteraad de mededeling, dat de uitkomsten van het Deloitte-onderzoek het daglicht niet kunnen velen. Niet uitgesloten kan worden, dat deze uitkomsten niet alleen de declaraties van de fractie van Gemeentebelangen betreffen. Dat het onderzoek breder is getrokken. Dat de primaire vraag: “zijn er wettelijke- en integriteitsregels overtreden door De Haas en Wiarda?” tijdens het onderzoek tussen wal en schip is gevallen. Waarom de inhoud van het Deloitte-rapport niet zoals ook het BING-rapport aan den volke tonen? Nu blijft formele toetsing van bewust onmogelijk en wordt geen openbare verantwoording afgelegd. Mogelijk is dit ook niet de intentie.

De uitkomsten van het onderzoek van Deloitte Bijzonder onderzoek en Integriteitsadvies naar mogelijke declaratiefraude door De Haas en Wiarda liggen mogelijk inmiddels onderin een la. Gaat u rustig slapen; er is niets aan de hand. Op 31 mei a.s. zal de gemeenteraad overigens toch nog even debatteren over de eigen integriteit. Ik wijs u nog even op de uitspraak van de fractievoorzitter van de VVD hierover in mijn voorgaande bijdrage. Maar dit terzijde.

Uit eigen intern onderzoek concludeert niet de burgemeester maar een afgeleide daarvan: de voorzitter van de gemeenteraad vervolgens onbevoegd, dat hij geen toepassing behoeft te geven aan artikel 162 van het Wetboek van Strafrecht i.c. geen aangifte behoeft te doen. En als er geen aangifte is zal het openbaar ministerie geen (onafhankelijk) onderzoek doen. Leest u de eerste alinea van dit bericht nog eens door en trek uw eigen conclusie.

Tenslotte merk ik het volgende op.
Van overheidsdienaren – in het bijzonder zij die door de Kroon zijn benoemd – mag worden verwacht dat zij boven de partijen staan. Deze publieke dienstverleners zijn belast met vele verantwoordelijkheden en taken. Als voorzitter van de gemeenteraad individuele burgers in het openbaar de maat nemen behoort daar niet bij. Tegen het - als raadsvoorzitter  - nemen van de maat van gemeenteraadsleden kan ik vanzelfsprekend geen bezwaar hebben.

Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: